V.l.n.r. Berthram Mak, manager sales & marketing bij Hosokawa Micron; Rieks Reyers, salesmanager bij Dinnissen Process Technology; (virtueel) Wouter Burggraaf, eigenaar Burggraaf & Partners en trainer en adviseur hygiënisch design; Perry Verberne,
algemeen directeur bij Van Beek Schroeftransport en Hans van der Steen, business manager Hygienic Design Network. | Foto: Marco Vellinga
Flexibele productie in de voedingsindustrie vereist geautomatiseerde reinigingssystemen die 100% betrouwbaar zijn voor snelle batchwissels. Wat betekent dit voor de operator van de toekomst en wat doet AI? Deelnemers aan de door Solids Processing georganiseerde Ronde Tafel ‘Hygienisch design en procesvoering’ zagen kansen voor no-touch technologie, maar zeker ook de nodige beren op de weg.
‘De opkomst van no-touch-technologieën verandert de rol van operators in het proces, maar de menselijke factor blijft essentieel voor het bewaken van de voedselveiligheid’. Tijdens de paneldiscussie ‘hygiënisch procesontwerp’ in april 2025 was dit de eerste stelling waarop de panelleden mochten reageren. Solids Processing zette wat prikkelende uitspraken op een rij. Eén ding is duidelijk: als het om hygiënische procesvoering gaat, is de praktijk weerbarstig, en blijft menselijke expertise en samenwerking tussen productie en kwaliteitsdienst een randvoorwaarde om de voedselveiligheid van processen te borgen.
Aan tafel zaten:
Rieks Reyers,
Dinnissen Process
Technology. | foto:Marco Vellinga
“We denken dat als je alles no-touch wil gaan doen en het volledig automatiseren, dat de operator misschien een beetje té veel in zijn comfortzone komt”
Rieks Reyers
tk1 No-touch is niet nieuw. Waar komt het vandaan en waar gaat het heen?
Wouter Burggraaf: “We hebben natuurlijk een hele ontwikkeling meegemaakt om naar no-touch te gaan. Vanuit Unilever, waar het 40 jaar geleden begon met nadenken over hygiënisch ontwerpen. Toen introduceerden wij voor het eerst CIP ofwel Cleaning In Place, automatisch reinigen zonder dat de apparatuur gedemonteerd hoeft te worden. Tot dan toe werkte alleen de zuivel daarmee, maar toen ging het ook gelden voor de andere voedingsmiddelenprocessen. Bij automatisch reinigen sluit je de menselijke factor uit. En dat gaf je de mogelijkheid om ook echt te valideren. En daarna te verifiëren. Voor de voedselveiligheid biedt een valideerbaar systeem de juiste voorwaarde vooraf dat het apparaat dan ook gereinigd is op het door jou gewenste niveau. Ga je nu droog reinigen, dan kan dat automatisch, al accepteer je dat er nog wat aanhangende poeder in zit. Met als centrale vraag: tot welk niveau moet het schoon zijn? Droog reinigen in een droge omgeving heeft natuurlijk altijd de voorkeur, omdat er dan geen microbiële groei is. Maar is je product zelfs maar een beetje hygroscopisch of als je geen enkel poeder wil zien, zul je naar nat reinigen toe moeten. Dan kom je het hygiënisch ontwerpen zelf in extenso tegen, ofwel: kan ik het object wel reinigen tot op het onzichtbare, microbiologische niveau?”
“In een droge omgeving heeft droog reinigen de voorkeur, omdat er dan geen microbiële groei is. Maar is je product zelfs maar een béétje hygroscopisch, dan moet je al naar nat reinigen toe en dan kom je het hygiënisch ontwerpen tegen, ofwel: kan ik het object wel reinigen tot op het onzichtbare, microbiologische niveau?”
Wouter Burggraaf
tk2 Machinebouwers, gaat no-touch technologie reiniging tot een automatische handeling maken?
Berthram Mak: “Rieks trap jij maar af, het staat prominent op je website.” Rieks Reyers: “Nou no-touch op zich, dat staat niet zo prominent op onze website. Maar het toegankelijk maken, het reinigbaar maken, dat is natuurlijk wel een kritisch onderdeel binnen de voedselindustrie, dat is voor ons allemaal bekend. Wij zitten niet per se op het standpunt dat we alles willen automatiseren en reinigen. We willen het wel zo makkelijk en snel mogelijk. We denken dat als je alles no-touch wil gaan doen en het volledig automatiseren, dat de operator misschien een beetje té veel in zijn comfortzone komt. Nou, ik druk op drie knoppen en het werkt. Het zal wel schoon zijn. Njaaa…. Voor machines die wij bouwen, of nou die van ons zijn of van jullie, dat maakt niet zoveel uit. Alles volautomatisch, nee! Er zijn toch altijd hoekjes waar je toch zelf bij wil zijn en dergelijke. Het vereist vakmanschap, wat je niet moet onderschatten. Laten we er wel voor zorgen dat we de drempel om te reinigen zo laag mogelijk maken. Dus gemakkelijk toegankelijk, uitrijdbaar, uittrekbaar, enzovoort. En het zo organiseren.”
Hans van der Steen, business manager Hygienic Design Network. | foto:Marco Vellinga
“Mogen we niet eerder betrokken worden bij het hygiënisch ontwerp? Dat is essentieel om op de juiste manier te kunnen functioneren als automatiseerder”
Hans van der Steen
tk3 Vakmanschap blijft ook bij no-touch onmisbaar. Die operator automatiseren we niet weg. Herkenbaar?
Perry Verberne: “Visuele inspectie blijft belangrijk. Neem de reiniging van schroeftransporteurs. Daar kun je een mooie CIP-reiniging op zetten, maar je kunt daarmee nooit gegarandeerd weten dat het altijd schoon is. Dus het kunnen zien, het visueel kunnen inspecteren van die machine is wel degelijk belangrijk om ook die laatste controle te kunnen doen, dat het ook echt schoon is.”
Hans van der Steen: “Voor je microbiologie zul je controles moeten doen. Met swabs en dat soort dingen. Ja, meten is weten. Met no-touch ga je meer automatiseren. Dat gebeurt veelal met zo min mogelijk standen, want het moet niet te moeilijk worden, denk aan je vaatwasser thuis. Belangrijk daarbij is dat het wel allemaal op de juiste manier gebouwd en geïnstalleerd en gebruikt wordt vooral, om die automatiseringsstanden niet te lang of te kort te laten zijn. Je blijft dus erg afhankelijk van de operator. Dat blijft. Al zal men steeds meer proberen te automatiseren. AI zal daarin dadelijk ook een rol krijgen, denk ik. Je zult dan meer en meer moeten gaan meten. En de computer laten bepalen of het schoon is. Voor de visuele beoordeling kan de camera een rol gaan spelen. Ik denk dat dit de toekomst is.”
Berthram Mak: “Wat je zegt, die automatisering, hè. Er zijn minder operators beschikbaar. Maar het is sowieso al een poos de trend, en noodzakelijk, dat er steeds meer online gemonitord wordt en dat betekent ook meer grip op je proces om veilig te blijven produceren. Alleen, wat monitor je dan? En wat zeggen gegevens je? Het is dus de kunst, en dat is met AI straks net zo, hoe interpreteer je instrumentengegevens? Daar zit ’m de kneep. Daar komt het vakmanschap om de hoek kijken…”
Wouter Burggraaf: “Het automatiseren neemt natuurlijk heel veel werk uit de handen, wat maakt dat je op een ander niveau mensen kunt inzetten. Wat zijn dan kritische inspectiepunten? Maak het – als het niet in place reinigbaar is, of heel complex, zoals een lekkende asafdichting – inzichtelijk in het ontwerp voor de operator. Dat hij niet door zijn knieën hoeft.”
Wouter Burggraaf, eigenaar Burggraaf & Partners en trainer en adviseur hygiënisch design. | foto:Marco Vellinga
“Pas op dat we niet van alles over de schutting gooien richting de programmeur. Dat een werktuigbouwkundige de machine ontwikkelt en het dan geautomatiseerd wordt naar de gedachte van de programmeur”
Wouter Burggraaf
tk4 Conclusie, mensenkennis blijft dus onontbeerlijk, no-touch of niet?
Perry Verberne: “Kijk, een machineoperator moet zeker machinekennis hebben. Je wilt ook dat degene die verantwoordelijk is voor het reinigen, die machine begrijpt. Ook met no-touch zal altijd iets moeten gebeuren om fysiek in die machine te gaan kijken.”
Berthram Mak: “Ja, precies, no-touch gaat in de toekomst juist meer vragen van een operator in de toekomst. Als je een automatiseringsspecialist gaat inhuren als operator – en daar volg ik Perry – dan mis je het procestechnische aspect daarin, en dat blijft cruciaal. Dat kun je niet wegnemen. Je kunt wel in hoge mate no-touch in de toekomst ontwerpen, maar dat betekent wel van ons als leveranciers dat we het aan de voorkant qua veiligheid veel meer ontwerptechnisch borgen. En vergeet de dataveiligheid niet. Wat gebeurt er als het faalt, of bij een datalek, heb je een back-up? Dat zijn nieuwe aspecten die er in het machineontwerp bijkomen.”
“Wij leveren aan die klant en die gaat het aan elkaar breien. En ga dan maar eens regelen dat het hele proces afgestemd is. Dat is me een uitdaging. En waar ligt dan de verantwoordelijkheid? Bij de individuele machinebouwers of bij de proceseigenaar?”
Perry Verberne
Betrouwbaarheid en borging is dus cruciaal in het no-touch verhaal?
Wouter Burggraaf: “Zeker, en pas op dat we niet van alles over de schutting gooien richting de programmeur. Dat een werktuigbouwkundige zijn machine ontwikkelt en het dan geautomatiseerd wordt naar de gedachte van degene die het gaat programmeren. Dat is een hele gevaarlijke. Want je slaat de fase ervoor over. Hoe ga je in hoofdtermen reinigen? Plus alle andere input die de werktuigbouwkundige nodig heeft – en dat is een hele lijst met dingen die je in de installatie geregeld wilt zien. Dan pas kan de programmeur aan de slag. Maar als je hieraan geen eisen stelt… en dat ontdek ik regelmatig bij zuivelbedrijven… dan gaat de programmeur beslissingen nemen, waar je niet van wilt weten.”
Geef eens een voorbeeld van zo’n verkeerde beslissing?
Burggraaf: Als de programmeur niet helemaal snapt hoe een regelkring werkt, of de volgorde van het aansturen van bepaalde kleppen. Je stuurt dan wat aan, maar de timing is niet correct. Daarom moet je in zo’n project als team opereren. Naar elkaar luisteren, van elkaar leren. Je hebt ook goede programmeurs, maar die hebben dan in het veld van hun fouten geleerd.”
Hans van der Steen: “Herkenbaar: die vraag ligt er inderdaad vanuit de automatiseringskant: “Mogen we niet eerder betrokken worden bij het hygiënisch ontwerp? Dat is essentieel om op de juiste manier te kunnen functioneren als automatiseerder.”
Perry Verberne: “Dat is natuurlijk wel een bijna utopische wereld, hè…Wij leveren aan die klant en die gaat het vaak aan elkaar breien. Daar kunnen wel systemintegrators tussen zitten, maar het is bijna nooit een greenfield project. En ga dan maar eens regelen dat het hele proces afgestemd is. Dat is me een uitdaging. En waar ligt dan die verantwoordelijkheid? Ligt dat bij de individuele machinebouwers of ligt dat bij de proceseigenaar?”
Rieks Reyers besluit: “Wij doen niet voor niets onze eigen automatisering. Dat kan ook een complete proceslijn zijn met uitpakken, transport, doseren, mengen en weer inpakken. Dat hele aspect beheersen we, en daar zie ik wel dat het aspect voedselveiligheid vanaf het begin echt op tafel ligt. Dat is in ons DNA geslopen de afgelopen twintig jaar. Dat is een wezenlijke vraag die ons machineontwerpers bezighoudt. Hoe kunnen we het zo goed en efficiënt mogelijk reinigen, komt bij zo’n kick-off ook gelijk op tafel. We denken daar graag in mee, maar het klopt dat we dat alleen voor ons eigen gedeelte kunnen doen. Wat elders in de fabriek staat, zal wel lastig blijven.”
Meer lezen over hygiënisch ontwerpen van procesapparatuur?
Voedselveiligheid beter met no-touch apparatuur