Elektrificatie procesindustrie: meer obstakels dan alleen netcongestie

icon.highlightedarticle.dark Tech & Productie
109 bekeken Laatste wijziging: 8 maart 2025
V.l.n.r. Perry Verberne (Van Beek), Riek Reyers (Dinnissen) en Berthram Mak (Hosokawa) in gesprek over de hobbels op de weg naar elektrificatie van de procesindustrie.
V.l.n.r. Perry Verberne (Van Beek), Riek Reyers (Dinnissen) en Berthram Mak (Hosokawa) in gesprek over de hobbels op de weg naar elektrificatie van de procesindustrie. | Foto: Tim Mengerink

Netcongestie is niet het enige nijpende probleem bij het elektrificeren van de procesindustrie, zeggen drie machinebouwers tijdens een paneldiscussie. Tekort aan batterijen voor opslag van energie, en niet-geharmoniseerde regelgeving in diverse EU-landen vormen ook struikelblokken. Toch liggen er ook kansen door samenwerking met andere bedrijven in energiehubs.

tk1

Elektrificatie lijkt het toverwoord in de overgang van naar een fossielvrije industrie. Maar er zijn nog veel obstakels. Niet in de laatste plaats door de netcongestie. De krapte op het net beperkt zich niet alleen tot bedrijfsvoering in de industrie, maar zorgt voor jarenlange wachttijden voor een nieuwe of verzwaarde aansluiting bij fabrieksuitbreidingen.

Voor groene stroom van zonnepanelen is eveneens geen plek op het net. De oorzaak ligt mede bij de groei van duurzame energieopwekking en de elektrificatie van het transport. Netbeheerders geven aan dat er de komende jaren voorlopig niets te verdelen valt.

Congestie beperkt groei

Intussen willen bedrijven ook blijven groeien. “Ons bedrijf zit in de lift”, vertelt Berthram Mak, manager sales & marketing bij Hosokawa Micron. “We groeien goed. Om de productie uit te breiden is extra energie nodig, maar daarin worden we beperkt. Ook hebben we steeds meer elektrische auto’s, maar slechts twee aansluitpunten. We staan al een poos op de wachtlijst voor extra aansluitingen, maar we weten niet wanneer we aan de beurt zijn. Ondertussen gaan we door met van het gas af te gaan voor het verwarmen van onze constructiehal. In 2025 hebben we daarvoor zonnepanelen, waarmee we ook onze wagens op kunnen laden.”

Wachttijd: 82 weken

“Een aantal jaren terug speelde netcongestie nog helemaal niet”, vertelt salesmanager Rieks Reyers van Dinnissen Process Technology. “Bedrijven zetten nu in op elektrificatie, maar realiseren zich vaak niet dat er voor hun nieuwe proceslijn of machine extra elektriciteit nodig is. In mijn gesprekken met klanten komt al snel de vraag langs of ze wel een stroomaansluiting hebben. Recent nog ging een project niet door, omdat het bedrijf er pas laat achter kwam dat er geen netcapaciteit meer was in zijn regio.”

Dinnissen wilde onlangs zelf een aanpassing doen aan zijn stroomaansluiting, maar kreeg een wachttijd van 82 weken voorgeschoteld door de netbeheerder.

Kip-en-ei-probleem

Om zich heen ziet Reyers procestechnologieleveranciers die langzaamaan de stap naar elektrificatie maken. “Dat is echt bewonderenswaardig en moet je zeker doen. Het betekent echter niet automatisch dat klanten vervolgens bij jou de deur platlopen en uitbreiding van je fabriek nodig is, verre van.”

Het is het klassieke kip-en-ei-probleem, aldus Reyers, en niet zozeer het hogere prijskaartje van elektrisch dat ervoor zorgt dat de vraag nog niet optimaal is.

“Voor grote procesinstallaties heb je ontzettend veel batterijcapaciteit nodig en eigenlijk kunnen we energie nog niet in zulke grote hoeveelheden opslaan ”
Berthram Mak, Hosokawa Micron
tk2

Batterijopslag

Om netcongestie tegen te gaan, dient zich een aantal oplossingen aan, zoals elektrolyse en batterijopslag. Batterijen zijn een logische keuze om het surplus aan duurzame elektriciteit, die bedrijven bijvoorbeeld met hun zonnepanelen opwekken, tijdelijk in op te slaan.

Volgens Mak is energieopslag onvermijdelijk: “Je kunt dan wel heel veel zonne-energie opwekken, maar als je veel te veel hebt en geen opslagmogelijkheden, kun je daar niets mee.” Mak voorziet dat batterijopslag, naast elektrolyse naar groene waterstof als energiemedium, uitkomst moet bieden voor het surplus aan groene stroom. “Je kunt dan even door als er tijdelijk geen elektriciteit is.”

Benodigde capaciteit is beperkende factor

“Voor grote procesinstallaties is zoiets een heel ander verhaal”, vervolgt Mak. “Dan heb je ontzettend veel batterijcapaciteit nodig en eigenlijk zijn we nog niet zo ver dat we energie in grote hoeveelheden op kunnen slaan.” Een hamermolen op batterijen zit er voorlopig ook niet in, vult Reyers aan. “Dat gaat je niet lukken. Een doorsnee machine vergt 350 kW en dat los je niet op met een rij zonnepanelen. Dan heb je echt een kabel nodig.”

Rieks Reyers
Rieks Reyers | foto: Tim Mengerink
“Een doorsnee machine vergt 350 kW en dat los je niet op met een rij zonnepanelen. Dan heb je echt een kabel nodig”
Rieks Reyers, Dinnissen Process Technology
tk3

Ongelijke milieuvergunningen in EU

Mak signaleert een discrepantie tussen de Europese landen. “Brussel stimuleert verduurzaming en elektrificatie, maar daarvoor heb je in Europa wel batterijproductie nodig. Hierbij is sprake van hoog-toxische stoffen met milieu- en omgevingsaspecten. Voor de handling hiervan heb je met allerlei regelgeving te maken. Wat we in bepaalde landen in de batterijindustrie zien is dat de vergunningsprocedure moeizaam verloopt en soms bedrijven daar van de overheid geen milieuvergunning voor hun fabriek krijgen, omdat ze dat te gevaarlijk vindt. Dat is lastig, want het staat verduurzaming juist in de weg.”

“De vergunningsprocedure voor batterijproductie verloopt moeizaam. Dat is lastig, want het staat verduurzaming in de weg”
Berthram Mak, Hosokawa Micron

Ongelijke subsidieregelingen in EU

De subsidieregelingen in de verschillende landen werken ook tegen elkaar in, weet Reyers. “In Nederland krijg je subsidie als je van het gas af gaat, in Duitsland als je aan het gas gaat. Het land is bovendien ingericht op bruinkoolcentrales. Daar zou je juist als eerste mee moeten stoppen. Maar voor nieuwe centrales worden daar juist snelwegen omgelegd, terwijl wij hier druk zijn met de aanleg van duurzame warmtenetten. Waar ben je dan mee bezig?”

Perry Verberne, directeur van Van Beek Schroeftransport.
Perry Verberne, directeur van Van Beek Schroeftransport. | foto: Tim Mengerink
“De infrastructuur moet mee, dus onvermijdelijk gaat de overheid daarin investeren. Dit vraagstuk gaan we oplossen”
Perry Verberne, Van Beek Schroeftransport
tk4

Netcongestie tijdelijk probleem

Alle drie zijn ze ervan overtuigd dat netcongestie slechts een tijdelijk probleem in de energietransitie is. “Het doet pijn, ook voor ons bedrijf. Wij willen onze hal elektrisch verwarmen, maar onze aansluiting is daar niet voldoende voor. Maar over tien jaar hebben we het hier niet meer over”, zegt directeur Perry Verberne van Van Beek Schroeftransport. “De infrastructuur moet mee, dus onvermijdelijk gaat de overheid daarin investeren. Dit vraagstuk gaan we oplossen.”

Afgedankte autobatterijen

Zelf overweegt Van Beek om een gespecialiseerd bedrijf in te schakelen dat van afgedankte batterijen uit elektrische auto’s batterijpakketten samenstelt om energie tijdelijk op te slaan. “Wij hebben nog veel zonne-energie over. Als we alleen al de elektriciteit voor het nachtgebruik op kunnen slaan, winnen we al heel veel. Na een zonnige dag kunnen we dan de hele nacht doordraaien op zonnestroom. In de winter gaan we dat niet redden, maar wellicht zo’n driekwart van het jaar wel. De investering valt dan best mee.”

tk5

Energiehubs

Verder suggereert Verberne om ‘energiehubs’ in te richten. Dat zijn lokale samenwerkingen van partijen in één gebied, die onderling vermogen uitwisselen op momenten dat het nodig is. Zo kunnen bedrijven bijvoorbeeld voorzien in de extra stroomvraag van hun fabrieken die nu tegen de krappe netcapaciteit aanlopen. In zo’n energiehub kunnen de deelnemers ook hun lokaal opgewekte duurzame elektriciteit kwijt.

“Op ons industrieterrein zijn we daar nu mee bezig. Zo hoeft niemand zijn capaciteit op te geven, maar door een zo efficiënt mogelijk onderling gebruik kan iedereen uit de voeten. We zien ook dat de netbeheerder mee wil bewegen, ook al maakt de wetgeving dat nog niet mogelijk. Als de druk groter wordt, zal er steeds meer gebeuren. Er komt nu wetgeving aan die loadbalancing mogelijk maakt.”

Onderling overschotten uitruilen

Ook Hosokawa onderzoekt onder de vlag van Innovatiehub Doetinchem samen met een aantal bedrijven uit de omgeving hoe zij elkaars overschotten aan energie onderling uit kunnen ruilen, ook restwarmte. “Dat is nu nog in de experimentele fase, maar we kijken er nadrukkelijk naar hoe we het aanbod slim kunnen herverdelen”, zegt Mak. “Zaak is vooral samen te werken met andere bedrijven en niet gefrustreerd in je eentje te blijven zitten.”

Meer lezen over de energietransitie?

Energietransitie in de praktijk: ‘Start met de quick wins’

Verduurzaming procesindustrie leunt op toeleveranciers

‘Europese energieregels werpen drempels op’

 

Profile picture of Pieter van den Brand

Geschreven door Pieter van den Brand

Lees meer van Pieter van den Brand icon.arrow--dark

Blijf op de hoogte en mis geen artikel

Inschrijven icon.arrow--dark