Tekst: Leendert van der Ent
Chocolade en schroefasafdichtingen hebben een moeizame relatie. De meeste chocoladeproductiemachines hebben koordpakkingen die intensief onderhoud vergen. Seals gebaseerd op het rotor/stator principe vergen een hogere investering, maar die verdient zichzelf terug door minder productverlies en veel minder stilstand en onderhoud. Uiteraard zijn ook deze schroefasafdichtingen voedselveilig (foodgrade). Specialist Tom Bekaert van Bekaert Seals in Roeselare licht het onderwerp toe.
Tekst: Leendert van der Ent
“Chocolade is moeilijk af te dichten”, zegt Bekaert. “Gelekte chocolade versuikert na verloop van tijd. Dat harde materiaal veroorzaakt nog eens extra problemen.” Gemiddeld heeft het machinepark in de chocoladeproductie ook al wat gebruiksjaren op de teller staan. “Wat oudere assen met een lengte van drie tot zes meter zijn niet meer goed uitgelijnd, waardoor lekkage van chocolade via stopbuspakkingen / koordpakkingen eerder op de loer ligt. Dat kan zelfs tot voedselveiligheidsproblemen uitgroeien”, vertelt Bekaert. Koordpakkingen zijn gewoonlijk gemaakt van PTFE met aramidevezels. Bekaert: “Die vezels zijn zo hard en slijtvast dat de bussen gaan inlopen, waardoor de lekkage alleen maar erger wordt. Dat betekent dat er in de slechtste gevallen iedere twee of drie weken onderhoud nodig is om de lekkage binnen de perken te houden.”
Elastomeer schroefasafdichting
Kan het ook anders? “Er is inderdaad een alternatief”, zegt Bekaert. “Het is niet goedkoop in aanschaf, maar de voordelen zijn er ook naar. Met elastomeer afdichtingen van het Amerikaanse fabricaat MECO SC Seal kan de lekkagevrije periode van twee tot drie weken naar één of twee jaar worden verlengd, afhankelijk van de conditie van de machine. Het monteren gaat bovendien snel en gemakkelijk, het is in een half uur gebeurd. Wij helpen de klant meestal bij de installatie, waarna de klant het onderhoud verder zelf oppakt. Bij dat onderhoud dat één keer per (twee) jaar nodig is, speelt een stelbare klem die druk zet op het elastomeer en de rotoren een rol. Bekaert: “Het elastomeer drukt op zijn beurt de rotoren naar buiten tegen de statoren, waardoor het systeem lekvrij blijft. Door de tijd kan de druk verminderen. Tijdens het onderhoud is het zaak om met een momentschroevendraaier te controleren of de druk nog voldoende is. Het is niet eens altijd nodig om deze stelklem vaster te draaien, maar controleren kan geen kwaad.”
“De kern zit in de besparing op onderhoudswerk en tijd, wat de terugverdientijd relatief kort maakt”Tom Bekaert van Bekaert Seals in Roeselare
Makkelijk te (de)monteren -asafdichting
De MECO SC Seals zijn volledig te reinigen; alle onderdelen gaan eraf en erop en er blijft totaal geen residu achter. “Vergelijk dat met het volledig split aan- of uitbouwen”, zegt Bekaert, “waarbij de lagers en/of de aandrijving er niet af moeten; dan win je wel twee dagen montagetijd en productiestilstand.” Bij de MECO SC seals gaat het om volledig voor de machine op maat gemaakte ‘air free’ asafdichtingen. Bekaert licht toe: “De meeste gelijksoortige afdichtingen hebben luchtspoeling op de seal nodig, maar dat is bij deze afdichtingen niet het geval. De kosten van luchtverbruik of luchtverbruik door lekkage is dus ook al geen factor om rekening mee te houden.” Ze zijn gemaakt van Viton fluoro-elastomeer, een foodgrade kunstrubber dat goed bestand is tegen vetzuren – heel belangrijk bij chocola. Deze afdichtingen zitten klem om de as en draaien daar dus op mee. Verder bestaat het afdichtingssysteem uit twee rotoren van PTFE met vullers die slijtvast zijn en gecertificeerd voedselveilig. De andere onderdelen van het systeem zijn vervaardigd uit RVS 316, zoals gebruikelijk is bij machines in de voedingsmiddelenindustrie.
Breder toepasbaar in VMI
Het gesprek gaat tot nu toe uitsluitend over chocoladeproductiemachines zoals mengers en conches, maar de MECO SC Seals zijn breder toepasbaar in de voedingsmiddelenindustrie. Bekaert: “Het gaat om toepassingen waar geen luchtdruk aan te pas komt en waar het product uit poeder of hoog viskeuze vloeistof bestaat. Je kunt ook zeggen: voor roterende machines die geen pomp zijn. In de praktijk gaat het dan bijvoorbeeld om poedermengers, schroeftransporteurs, bucket-elevatoren en top-entry roerwerken. De kern zit in de besparing op onderhoudswerk en -tijd. Het maakt nogal uit of je één keer per twee maand of één keer per jaar of twee jaar, of zelfs langer, onderhoud moet plegen. Doordat er minder interventies en stilstanden zijn, is de terugverdientijd (afhankelijk van de toepassing) beperkt tot enkele jaren.”