Processpecialist breidt uit naar Britse stortgoedmarkt

De Britse procesindustrie investeert volop in productielijnen en zelfs compleet nieuwe fabrieken. De grootschalige investeringen strekken zich uit over de volle breedte van de procesindustrie, van de food en de feed tot de chemie en de farmaceutische industrie.

Aantrekkende markt

Dat heeft deels te maken met de Brexit. De Britten zijn voor 60% afhankelijk van import voor hun voedselvoorziening. De uittreding uit de EU heeft tot hoge voedselprijzen geleid. Het land doet er daarom alles aan de eigen industrie fors uit te breiden om de prijzen beter in de hand te houden.

Ook geopolitieke ontwikkelingen, zoals de situatie in Oekraïne, spelen mee in het streven om de voedselzekerheid te waarborgen, en ook de zekerheid van voldoende aanbod van graan voor de feed-industrie.

Grote investeringen

Zo liet Kellanova (in augustus 2024 aangekocht door Mars) begin oktober weten € 90 miljoen te gaan investeren in een nieuwe fabriek in Wales. In plaats van de verouderde plant op te knappen kiest de producent van Kellogg’s ontbijtgranen voor een compleet nieuwe productiefaciliteit, die meteen de grootste van Europa wordt.

Nestlé kondigde in september 2024 aan € 180 miljoen te investeren in de uitbreiding van zijn Purina petfoodproductie. De nieuwe productielijn in de fabriek in Wisbech in midden-Engeland moet begin 2025 in bedrijf zijn.

Kansen voor stortgoedtechnologie

De investeringen van de procesindustrie brengen kansen met zich mee voor procestechnologiebedrijven als Dinnissen, stelt Dan Baxter. De Brit is onlangs aangetrokken om de nieuwe divisie van het Nederlandse procestechnologiebedrijf in het VK te leiden als operationeel directeur.

In september 2024 opende Dinnissen een kantoor in Macclesfield in het noordwesten van Engeland, de bakermat van de Britse procesindustrie. Ook multinationals zoals Astra Zenica en Nestlé hebben daar fabrieken. Baxter heeft een trackrecord in de branche.

“De stortgoedmarkt in het VK is zich in een ongekend tempo aan het ontwikkelen ten opzichte van de afgelopen jaren. Op dit moment gaat er al zo’n € 250 miljard in deze markt om. Meer bedrijven hebben aangekondigd te gaan investeren.”

Aanwezigheid verhoogt omzet

De activiteiten van Dinnissen in het VK maken nu al een belangrijk deel van de omzet uit. Welk percentage wil Baxter niet onthullen. De directe aanwezigheid in het land maakt het mogelijk de markt ter plaatse beter te bedienen. Dit doet het bedrijf ook in Duitsland, Indonesië en Nieuw-Zeeland.

De engineering en productie van machines en proceslijnen blijven geconcentreerd in het Limburgse Sevenum. “Met een eigen serviceorganisatie hier kunnen we afnemers beter ondersteunen. Bedrijven kopen technologie die van buiten het VK komt, het is belangrijk dat de maker ervan hier is vertegenwoordigd en snel met hen kan communiceren.”

Procesoplossing in één hand

Baxter ziet dat eindgebruikers grote behoefte hebben aan procesoplossingen van één totaalleverancier. Dinnissen bouwt niet alleen een brede range van machines, maar levert complete proceslijnen af.

“Bedrijven willen het liefst in zee met een leverancier die de controle heeft over de productielijn die zij kopen. Projecten zijn dan makkelijker te managen, en je praat over miljoeneninvesteringen.” Een andere steeds belangrijker eis van bedrijven, vervolgt hij, is dat de geboden procesoplossing vooraf met product wordt getest. Hierdoor is de ‘time to market’ zeer kort vanwege de probleemloze uitrol van de technologie, mogelijk ook in andere fabrieken van de opdrachtgever.

Dinnissen is bezig met een nieuw ‘experience center’ en testruimte. Naast gebruikelijke tests van machines kan het bedrijf daar complete lijnen opbouwen en met product testen.

Reinigbaarheid cruciaal

Baxter bespeurt een specifieke vraag naar snel reinigbare procesapparatuur, zoals geautomatiseerde droge en natte CIP (Cleaning in Place) “Dit is absoluut een trend. Snel reinigbare installaties gaan niet alleen cross-contaminatie tegen, cruciaal vanwege de voedselveiligheidseisen, maar verlagen ook de downtime van de productie. De operationele kosten gaan hierdoor omlaag.”

Zwaartekrachtconcept drukt energiekosten

Ook de energiekosten spelen voor bedrijven steeds meer mee. Dinnissen verwacht zich te kunnen onderscheiden met zijn zwaartekrachtconcept van lean gravity mixing. Hierbij gaan bigbags of zakken met grondstoffen in de menglijn omhoog, waarna ze rechtstreeks door de proceslijn naar de verpakkingslijn ‘vallen’, wat minder energie kost.

“Andere leveranciers willen hun technologie op één niveau realiseren, wat relatief veel energie kost. Als een bedrijf de ruimte heeft om in de hoogte te bouwen, heeft een zwaartekrachtsysteem veel te bieden, in energiegebruik maar ook in reinigingstijd. Er is een groeiende interesse in dit systeem.”

Nieuwe proceslijn GA Petfood

In Lancashire bij Liverpool bouwde Dinnissen mee aan de nieuwe proceslijn van GA Petfood, een van Europa’s grootste petfoodproducenten van private-labelmerken. Voor de maal- en menglijn leverde het bedrijf twee van zijn kernmachines: de hamermolen met automatische zeefwisselaar en de Pegasus paddelmenger. Een voor de ontwikkelingen in de Britse procesindustrie illustratief project, vindt Baxter.

“GA Petfood is procestechnisch zeer geavanceerd en wil de beste technologie neerzetten zonder ergens op in te hoeven leveren.” De petfoodfabrikant heeft nog een tweede wat oudere fabriek in het VK, die eveneens op de nominatie voor modernisering staat.

Projecten in de pijplijn

Dinnissen heeft in het VK nog meer projecten in de pijplijn, laat Baxter weten. Een specifiek aantal wil hij niet noemen. Binnenkort levert het bedrijf een miljoenenproject op, maar ook daar kan de Britse operationeel directeur nog niets over zeggen. Maar de tijden veranderen:

“Als je als leverancier een goed werkende procesinstallatie aflevert, zijn steeds meer opdrachtgevers bereid hun naam daar publiekelijk aan te verbinden, als referentie, net als GA Petfood. Vroeger was dat ondenkbaar. Maar het zegt alles over het vertrouwen dat een bedrijf in jouw technologie heeft.”