Onderdelen van de hamermolen
- de hamers
- de rotor
- de zeef
De hamermolen is een robuuste en betrekkelijk eenvoudige machine om uiteenlopende producten en materialen te malen. In dit artikel leggen we uit hoe hamermolens in het algemeen werken.
De hamers bestaan uit enkele tot tientallen millimeters brede metalen strips met hoeken en snijkanten (tips). Hamermolens zijn uitgerust met enkele hamers, dubbele hamers of T-hamers. Afhankelijk van het te malen product hebben sommige molens een dubbele rij hamers, wat een groter raakvlak creëert. Dierlijk meel of dierlijke eiwitten laten zich bijvoorbeeld anders malen dan een graan of een gerst. Voor het malen van vezels zijn meer snijkanten nodig. De T-hamer is extra breed en heeft circa 40 mm dikke snijpunten, bedoeld voor een zeer fijne vermaling (bijvoorbeeld aquafeed, het voer voor vissen en garnalen).
De hamers zijn verbonden met een snel draaiende verticale of horizontale rotor. Onder hoge snelheid slaan de hamers het product tot kleine deeltjes. De hamers hangen om en om aan de rotor. Ze scharnieren aan de rotor of vormen een vast onderdeel van de rotor. Zo raken de hamers de volledige productstroom. Als het product fijn genoeg is, drukken de hamers het door de zeef naar buiten naar de uitloop van de molen.
De zeef of zeefplaat bevindt zich onder in de molen of is rondom rotor en hamers bevestigd. De zeefperforatie bepaalt de deeltjesgrootte van het product. De gaatjes in de zeefplaat variëren in diameter van 10 mm tot 200 µm (micrometer). Ze kunnen uiteenlopende vormen hebben. Door hun snelheid en de hoek waarmee ze de zeef raken, zullen de deeltjes veel kleiner zijn dan de zeefmaat.
Hamermolens kunnen producten in korte tijd verkleinen tot zeer kleine deeltjes. De grootte van de gemaalde deeltjes hangt af van:
De kern is al deze factoren precies goed te krijgen in het ontwerp van de hamermolen.
Naast de drie kernonderdelen zijn ook het toerental (en de tipsnelheid) en de (optionele) breekplaat van belang voor het optimale maalproces en maalresultaat.
Het toerental en de tipsnelheid zijn belangrijke parameters voor het optimale maalproces en maalresultaat. Het toerental is bepalend voor de snelheid van de tips, de snijpunten op de hamer. De omwentelingen per minuut (rpm) in hamermolens lopen uiteen van 1100 tot 22.000 rpm, afhankelijk van het type molen. De tipsnelheid varieert van 85 tot 120 m/s. Afhankelijk van het gewenste productievolume kan de capaciteit van de hamermolen oplopen van 100 kilogram per uur tot wel 70.000 kg/uur. Hoe breder de maalkamer, des te hoger de capaciteit.
Voor het malen van bepaalde soorten producten hebben sommige hamermolens breekplaten. Als het product in de maalkamer glijdt, slaat de hamer het product tegen de breekplaat en ondergaat het een eerste verkleiningsstap. Een volgende hamer slaat het nogmaals tegen de breekplaat voor verdere verkleining. Naast een fijnere vermaling vermindert de breekplaat het slijtageproces van de zeefplaat, zodat deze langer meegaat. De verhouding tussen breekplaat en zeefplaat moet in het ontwerp van de hamermolen exact op het soort product zijn afgestemd.
Hamermolens: de belangrijkste uitvoeringen