Rollenbanen: hoe stuur je ze aan?

Goederen komen bij één of meerdere ingangen van een pand binnen, leggen een vooraf bepaalde route over een rollenbaancircuit af, en komen uiteindelijk bij de juiste uitgang van het pand uit. Dat is de kern van de toepassing van rollenbanen. In de praktijk kunnen circuits van rollenbanen echter gecompliceerd zijn, met meerdere in- en uitgangen en koppelingen met andere machines en systemen.

Configuratie: standalone of gekoppeld

Een rollenbaan is in theorie standalone – zonder koppeling met andere rollenbanen of apparaten – te gebruiken, maar dit gebeurt alleen bij zeer eenvoudige of tijdelijke toepassingen. In industriële toepassingen maken rollenbanen doorgaans deel uit van een complex systeem en worden ze dus gekoppeld gebruikt.

Twee soorten koppelingen

Bij rollenbanen bestaan twee soorten koppelingen:

1. Koppeling aan andere rollenbanen;
2. Koppeling aan andere procesapparatuur of robotica.

1. Koppeling aan andere rollenbanen

Een zwaartekracht-aangedreven rollenbaan kan bijvoorbeeld aan een elektromotorisch aangedreven rollenbaan gekoppeld zijn. Door rollenbanen aan elkaar te koppelen, kan een circuit worden gevormd.

2. Koppeling aan andere apparatuur of robotica

Een rollenbaan kan gekoppeld zijn aan grijparmen, transportbanden, hefsystemen, verpakkingsapparatuur, wikkelmachines, omsnoeringsmachines of weegschalen.

In beide situaties is vrijwel altijd sprake van maatwerk. De rollenbaan moet op maat worden gemaakt en moet exact aansluiten op de andere apparatuur die bij de verwerking van de goederen gebruikt wordt.

Warehouse Control System

Eén aangedreven rollenbaan kan handmatig worden aangestuurd. Twee of drie ook nog wel. Maar als een magazijnhal vol staat met aangedreven rollenbanen die bovendien zijn gekoppeld aan allerlei andere machines, moet er uit een ander vaatje worden getapt.

Daarvoor bestaan er Warehouse Control Systems (WCS). Een WCS vormt het brein van het rollenbaancircuit. Alle aangedreven rollenbanen worden erdoor aangestuurd, evenals vele andere machines. Op die manier is goederentransport in hoge mate geautomatiseerd, en hoeft personeel alleen maar het WCS te bedienen.

Sensoren zorgen voor automatisering

Om zo’n WCS vlekkeloos en soepel te laten werken, zijn er in rollenbaancircuits tal van sensoren aangebracht. Die meten bijvoorbeeld of de volgende rollenbaan vrij is, en of de goederen dus doorgesluisd kunnen worden. Zo ja, dan schakelt het WCS de aandrijving in.

Daar komt geen mens meer aan te pas, behalve voor inspectie en onderhoud. Hoe meer ingangen, uitgangen en gekoppelde machines en robotica er in een circuit aanwezig zijn, hoe geavanceerder het WCS moet zijn om het hele systeem goed te kunnen aansturen. En niet te vergeten: hoe meer aandacht er nodig is voor vakkundig onderhoud van alle componenten.

Nu met (I)-AI

Sinds de introductie van industriële AI (I-AI) liggen er tal van nieuwe mogelijkheden open. Door een WCS uit te rusten met het zelflerende vermogen van AI, wordt het mogelijk om rollenbanencircuits nog veel efficiënter te laten functioneren van voorheen.

Dat zit ‘m op drie vlakken:

1. Optimale omloopsnelheid.
   De denkkracht en het zelflerende vermogen van AI maken dat de aansturing van een circuit veel verder te perfectioneren is dan met menselijke instructies. Met als resultaat: goederen komen sneller op hun bestemming aan.
2. Minder downtime.
   Het voorspellende vermogen van AI maakt dat er predictive maintenance (voorspellend onderhoud) mogelijk is op rollenbanen. Kleine afwijkingen in prestaties worden direct gedetecteerd. Vervanging of onderhoud van defecte of versleten rollers kan dan plaatsvinden voordat de prestaties van het circuit daar merkbaar onder lijden.
3. Meer dataverwerking.
   AI werkt altijd door. Alle data die het vanuit het circuit kan verzamelen, kan het inzetten om de aansturing van het circuit te verbeteren. Een WCS met IAI kan veel meer data verwerken en inzetten voor optimalisatie dan een menselijke operator ooit zou kunnen.