De Omgevingswet, bedoeld om vergunningaanvragen te vereenvoudigen, is per 1 januari 2024 van kracht geworden. | Foto: Adobe Stock
Sinds 1 januari 2024 is de Omgevingswet van kracht. In deze wet is de sectorale milieuwetgeving met andere regelgeving gebundeld vanuit de één-loketgedachte. In dit artikel leggen we kort de aanleiding en het doel van de wet uit.
tk1 Waarom de Omgevingswet?
De invoering van de Omgevingswet is vaak uitgesteld, maar op 1 januari 2024 is de knop dan eindelijk omgegaan. Ook de procesindustrie moet met de nieuwe wetgeving aan de slag. Doel van de wet is de ruimtelijke ordening in Nederland – en de samenhangende procedures en vergunningverlening – te vereenvoudigen en te versnellen, en inwoners en bedrijven sneller en beter te faciliteren. Door te snoeien in het moeras van 26 wetten en honderden besluiten zijn alle regels voor onder meer het bouwen, milieu, water en veiligheid in één wet terechtgekomen. Het gaat om een omvangrijke stelselwijziging met een nieuwe systematiek en veel nieuwe juridische begrippen. Veel regels staan op een andere plek. Naast de Omgevingswet zelf heeft de overheid nog aanvullende wetgeving voor de leefomgeving gemaakt.
Omgevingswet wettekst
De nieuwe wet bevat veel nieuwe begrippen. Veel juridische termen uit de oude Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) zijn niet een-op-een overgenomen. Vroeg een bedrijf voorheen een vergunning aan, nu kan er bijvoorbeeld sprake zijn van een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA), als het plan van het bedrijf in strijd is met het omgevingsplan. Deze nieuwe terminologie roept nog veel vragen op. Bevoegde instanties hebben daarom hun helpdesk uitgebreid en medewerkers extra geschoold om bedrijven beter van dienst te kunnen zijn.
Voorbeeld van een omgevingsvisie op kaart (Overijssel) | foto:Omgevingsloket
tk2 Welke nieuwe instrumenten heeft de wet?
De Omgevingswet bevat veel nieuwe instrumenten voor de overheid. Ook bedrijven moeten hiervan op de hoogte zijn. Vroeger legden gemeenten hun ruimtelijke ontwikkelingen vast in het bestemmingsplan. Dat plan heeft plaatsgemaakt voor het omgevingsplan. Duizenden bestemmingsplannen komen in één omgevingsplan voor het gehele gemeentelijke grondgebied terecht. Provincies en waterschappen maken ook een plan en leggen dit vast in een verordening.
Omgevingsvisie
Gemeenten en provincies zijn verder verplicht om een omgevingsvisie op te stellen. Zo’n visie geeft een integraal toekomstbeeld van ontwikkelingen op de middellange termijn. Belangrijk om te weten is dat de omgevingsvisie puur richtinggevend is. Het gaat dus om ideeën en voorstellen die nog niet concreet zijn. De overheid heeft nog geen keuzes gemaakt en er is niets beslist, ook als de omgevingsvisie door de gemeenteraad is vastgesteld. De vastgestelde plannen komen in het omgevingsplan en de omgevingsverordening.
“Een belangrijk doel is dat bedrijven makkelijker en sneller een vergunning aan kunnen vragen: één aanvraag via één loket levert één besluit op.”
tk3 Wat is er op vergunningsgebied veranderd?
De Omgevingswet kent nog altijd vergunningen die bedrijven aan moeten vragen, maar alle vergunningen voor bedrijven in de procesindustrie zijn voortaan gebundeld in één omgevingsvergunning. Ook de lozingsvergunning voor bedrijven is in de wet opgenomen, omdat de Waterwet is komen te vervallen. Niet alleen zijn de vergunningen gebundeld, maar veel meer activiteiten vallen nu onder ‘algemene regels’. Dat betekent dat bedrijven daarvoor geen vergunning meer aan hoeven te vragen. Ze hoeven niets te doen of kunnen bijvoorbeeld volstaan met een (verplichte) melding van hun activiteit. Dat hangt af van het soort activiteit.
Kortere procedures
Een belangrijk doel van de Omgevingswet is ervoor te zorgen dat bedrijven makkelijker en sneller een vergunning aan kunnen vragen. Het bedrijf doet één aanvraag via één loket en krijgt één besluit. Achter het loket werken alle bevoegde instanties samen (gemeente, provincie, waterschap en omgevingsdienst). De aanvraag wordt in de meeste gevallen sneller behandeld: in 8 weken in plaats van 26 weken, zoals voorheen onder de Wabo. Voor sommige projecten geldt een ‘uitgebreide procedure’, bijvoorbeeld als het bedrijf een verbouwing wil doen aan een rijksmonument. Het bedrijf krijgt dan binnen 6 maanden een besluit.
De Omgevingswet verwacht dat bedrijven omwonenden en andere bedrijven in de omgeving bij hun plannen betrekken.
| foto:???
tk4 Wat zegt de Omgevingswet over inspraak?
Een centraal onderdeel in de Omgevingswet is participatie, de nieuwe term voor ‘inspraak’, die in vergunningenprocedures en het omgevingsplan en de omgevingsvisie een belangrijke rol krijgt. Omwonenden en andere bedrijven in de buurt moeten als belanghebbenden mee kunnen praten over de plannen. Toch geldt in de meeste gevallen geen verplichting voor bedrijven om aan participatie met de omgeving te doen. De verwachting is wel dat een goede participatie in het voortraject van een bouwproject of activiteit van een bedrijf draagvlak oplevert, wat de latere aanvraag bij het bevoegd gezag kan versnellen. Als er onvoldoende aan participatie is gedaan, is dat echter geen grond om de vergunning te weigeren.
Het digitale stelsel (DSO) moet alle informatie bundelen en aanvragen versnellen. Het DSO werkt echter nog steeds niet perfect. | foto:Adobe Stock
tk5 Wat is er online veranderd?
De Omgevingswet brengt een compleet nieuwe digitaliseringslag met zich mee: het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO). In het DSO werkt de hele keten van overheden (gemeenten, provincies en waterschappen en de omgevingsdienst) samen om bedrijven via één digitaal loket te bedienen: het Omgevingsloket. Bedrijven in de procesindustrie hebben meestal te maken met de omgevingsdienst, die hun aanvraag moet beoordelen. Via het Omgevingsloket kunnen bedrijven alle omgevingsplannen, omgevingsvisies en besluiten van overheden inzien. Ook kunnen ze met één muisklik op een locatie of perceel alle wet- en regelgeving bekijken die daarop van toepassing is. De plannen van een bedrijf worden via het Omgevingsloket getoetst. De kanttekening hierbij is dat het digitale loket nog volop in ontwikkeling is. Alles werkt nog niet optimaal.
Uitstel invoering Omgevingswet
De hoofdreden voor het steeds weer uitstellen van de Omgevingswet was namelijk dat het DSO nog niet goed werkte. In zijn eerste voortgangsrapportage van april 2024 stelt minister De Jonge dat het digitale stelsel zich tot nu toe ‘rustig en stabiel’ heeft gehouden. Het vullen van het DSO met regelgeving en het ontvangen van vergunningaanvragen gaat doorgaans goed. Maar veel gemeenten kunnen nog geen plandocumenten met de nieuwe Omgevingswetsoftware publiceren en wijzigen. Zij mogen daarom tijdelijk tot eind 2024 hun oude ICT-systemen hiervoor gebruiken. Bedrijven kunnen hierdoor nog niet alle informatie en regelgeving vinden. Daarom bieden gemeenten en andere overheden voorlopig telefonische ondersteuning.