Installatie op locatie luistert nauw

Tekst: Téan van Horssen, teamleider service Van Beek

Kundigheid zorgt er namelijk voor dat de behuizing van een schroeftransporteur niet onder een verkeerde spanning aan een silo wordt gemonteerd. Nu hoor ik je denken: hoe erg kan het te strak aandraaien van een bout of een moer zijn? Neem van mij als ervaringsdeskundige aan: heel erg! Als je een bout of een moer ook maar een fractie te strak aandraait, bestaat de kans dat de behuizing kromtrekt. Gevolg? De schroeftransporteur schuurt tegen de wand met als worst-case-scenario rondspetterende vonken! Een scenario waar de rillingen van over mijn rug lopen, helemaal wanneer het een ATEX-omgeving betreft. Alleen al om die reden zou je als bedrijf onze doorgewinterde service­monteurs dat laatste puntje op de i moeten laten zetten. Om nog maar niet te spreken over het voorkomen van onnodige slijtage aan de schroeftransporteur en een overbelaste motor door de vraag naar meer vermogen.

Dit legt ook meteen het vaak onderschatte belang van de samenwerking én wisselwerking tussen onze engineers en servicemonteurs bloot. De één kan niet zonder de ander. Het door een engineer aanbrengen van tactisch geplaatste hijspunten op een schroeftransporteur is daar een goed bijvoorbeeld van. Het lijkt misschien wat overdreven, omdat hijspunten in principe maar één keer gebruikt worden. Toch bespaar je hierdoor veel tijd en voorkom je gemopper bij de monteurs. En wat dacht je van de veiligheid? Door een installatie goed voor te bereiden, voorkom je dat servicemonteurs ter plekke allerlei hulpstukken moeten ontwikkelen om de loodzware schroeftransporteur alsnog op zijn plek te krijgen.

Kortom, samenwerking loont, zeker ook bij de installatie van een nieuwe schroeftransporteur.