Toen André Fikkers elf jaar geleden als zelfstandig ondernemer zijn ingenieursbedrijf ‘FIKTECH‘ oprichtte, speelde de Duitse markt voor hem nog geen rol van betekenis. Vandaag de dag behaalt hij circa 40 procent van zijn omzet in het buurland. Hij richtte zich in eerste instantie voornamelijk op procesoptimalisatie bij industriële bedrijven in de Benelux, en werkte slechts af en toe met Duitse bedrijven samen. Totdat hij zich zes jaar geleden de voor hem beslissende vraag stelde: “Wat houdt mij eigenlijk tegen, om in Duitsland zaken te gaan doen?“ Het antwoord lag voor de hand: alleen de voor hem vreemde taal. Daarom begon Fikkers met Duitse taalcursussen. Op internet stuitte hij op het ‘Portaal‘-project, de voorganger van ‘2 connect Business‘. Tijdens verschillende workshops legde hij contact met Duitse ondernemers – de eerste stap naar Duitsland was gezet.
“Je moet jezelf even over een drempel heen helpen“, zegt André Fikkers. Al jaren bestaan er geen echte grenzen meer tussen de verschillende EU-landen. Maar toch lijken deze nog vaak onoverbrugbaar. Een misvatting, aldus de 57-jarige Fikkers: „Als je je van tevoren goed in de culturele verschillen verdiept, maak je maar weinig fouten bij de stap over de grens.“
Nuttige presentaties en workshops
Fikkers heeft veel baat gehad bij het bijwonen van verschillende presentaties en workshops van Nederlanders en Duitsers, die de stap over de grens al hadden gemaakt. Hij profiteerde hierdoor van hun ervaringen, en vooral van hun successen en misstappen. Ook zijn Duits ging tijdens deze bijeenkomsten met sprongen vooruit. “Het Portaal-project heeft me hierbij echt op weg geholpen .“
De verschillen leren waarderen
André Fikkers waardeert vooral de technische kennis, zorgvuldigheid en betalingsmentaliteit van de Duitse bedrijven waarmee hij samenwerkt. Ook de formele omgangsvormen – waar vaak door zakenmensen van andere nationaliteiten om wordt gegniffeld – stelt Fikkers op prijs: “Hierdoor wordt je gedwongen zelf ook beschaafder te communiceren.“ Tegelijkertijd zijn vooral Duitse familiebedrijven extra bezorgd over het wel en wee van hun medewerkers. “Wij Nederlanders zijn meer georiënteerd op het Angelsaksische model: geld verdienen en de aandeelhouders tevreden stellen; dat is wat telt.”
