ACO meet de restvochtigheid van koffiebonen direct tijdens het proces – nauwkeurig, reproduceerbaar en zonder productverlies door monsternames, voor een stabiele kwaliteit en een vol aroma.
Na het branden begint voor koffiebranders de beslissende fase: het restvochtgehalte van de boon bepaalt of aroma, smaak en houdbaarheid zich optimaal kunnen ontwikkelen. Het beïnvloedt ook het vulgewicht, het vloeigedrag en de houdbaarheid van de koffie – de belangrijkste kwaliteitskenmerken bij de verdere verwerking en verpakking.
Terwijl groene koffiebonen nog een vochtgehalte tussen 10% en 13% hebben, wordt dit tijdens het branden doelgericht verminderd. Door te verhitten naar ongeveer 200 – 230 °C verdampt water, veranderen celstructuren en ontstaat het typische brandaroma.
Maar: als de boon na het branden te vochtig is, kan deze nagisten, aroma verliezen en instabiel worden. Als hij te droog is, smaakt de koffie vlak en verliest hij aan intensiteit.
Daarom speelt de nauwkeurige controle van het restvochtgehalte direct na het brandproces een centrale rol – zowel voor een constante smaakintensiteit als voor de economische proceszekerheid in de productie.
Met de vochtmeetsystemen van ACO Automation Components kan het restvochtgehalte direct in de productstroom worden gemeten – in realtime en zonder productverlies door monsternames.
Het systeem is gebaseerd op de capacitieve meetmethode: veranderingen in het watergehalte beïnvloeden de diëlektrische eigenschappen van het materiaal. Deze worden door de sensoren geregistreerd en omgezet in exacte vochtigheidswaarden.
Zo krijgen koffiebranderijen reproduceerbare meetwaarden die direct kunnen worden gebruikt voor procesbesturing – zonder de productiestroom te onderbreken.
Conclusie:
Koffie is een natuurproduct, maar een constante kwaliteit kan alleen worden bereikt door controle. Met de capacitieve inlinevochtmeting van ACO houden koffiebranderijen de doorslaggevende parameter te allen tijde onder controle en leggen ze de basis voor een product dat klanten elke dag weer overtuigt.
Want uiteindelijk is het niet de roostertrommel die de kwaliteit garandeert – dat doet de controle achteraf.